Theater is een perpetuum mobile. Het valt nooit stil. Net als je denkt: ‘Het seizoen zit erop, we hebben het gehad en het was goed’, sta je met één been in je volgende productie. Ieder jaar weer. En zolang er mensen zijn die die onrustige motor draaiende houden, blijft het NOORDTEATER bestaan.” Jacques Van den Bergh, voorzitter NOORDTEATER, ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan in juni 2000.
1975 – 1979: de geboortejaren Eerste bedrijf, waarin acteurs stichters worden en hun grote droom verwezenlijken: een heus kamertheater in hartje stad.
Binnen toneelgroep Opbouw dromen Frans Van De Velde, Pierre Soetewey en Etienne Oppeel al langer van een eigen theaterruimte. De bovenverdieping van een achterbouw aan de Lange Noordstraat, vlakbij de uitgaansbuurt Stadswaag, blijkt uiteindelijk de ideale locatie. Op 6 juni 1975 wordt de vzw NOORDTEATER officieel boven de doopvont gehouden. Vier maanden later, na veel hoofdbrekens en dito handenarbeid, is er een zaal, een bar, een repertoire en een première: begin oktober ’75 gaat het doek op voor de klassieker Spoken van Henrik Ibsen. Het Antwerpse theaterpubliek bedankt al die inspanningen met een massale interesse. Na vijf succesvolle seizoenen barst het zaaltje met zeventig zitjes zowat uit zijn voegen. Tijd om uit te wijken naar een nieuwe stek, met een grotere zaalcapaciteit en een betere omkadering.
1980 – 1988: de groeipijnen Tweede bedrijf, waarin een nieuwe zaal een nieuw elan geeft en de eerste stappen worden gezet naar het meest professionele amateurgezelschap in Antwerpen.
Een zaal met 85 stoelen, een nieuwe bar, foyer, vestiaire, repetitieruimtes, werkplaatsen, bureau en stockageruimte: na een paar maanden hard labeur is het ruime herenhuis aan de Steenhouwersvest vertimmerd tot een gezellig stadstheater. Met Judenrat van Steve Wilmer zet het gezelschap in oktober 1980 een wereldcreatie op de planken. Het wordt meteen een voltreffer.
Maar dan maakt het nog jonge gezelschap een even klassieke als kapitale fout: het luistert naar het publiek. Een enquête wijst uit dat ‘de mensen vooral willen lachen’. Dus worden er het volgend seizoen uitsluitend komische stukken geprogrammeerd. De afstraffing laat niet lang op zich wachten. Het aantal abonnees krijgt een fikse deuk.
Het artistiek comité zoekt opnieuw naar evenwicht, maar toch duurt het enkele seizoenen voor het toeschouwersaantal weer aantrekt. Ondertussen beleeft ook het bestuur woelige tijden. De tijd is rijp voor een nieuwe aanpak en een totale reorganisatie.
1989 – 1998: de expansie Derde bedrijf, waarin het NOORDTEATER uitgroeit tot een begrip in Antwerpen (én omstreken).
De Antwerpse beroepsgezelschappen brokkelen stilaan af en in die leemte vindt het NOORDTEATER opnieuw zijn draai. Gedreven door een nieuwe wind, ontpopt het zich almaar meer tot een professioneel amateurgezelschap. Het abonnementenbestand tikt met elk stuk verder aan. In ‘de jardin’ krijgen jongeren een eigen theateropleiding, wat jaarlijks resulteert in een aantal voorstellingen.
In alle bescheidenheid: geen enkel ander amateurgezelschap haalt dit niveau. Om aan die normen te blijven voldoen, wordt er ook hard aan de kar getrokken: de structuur wordt strakker aangehaald, de infrastructuur verder uitgebouwd. Het theater beschikt nu over een eigen hertaal- en vertaalploeg, een componist, een computergestuurde licht- en klankinstallatie en een decorbouw die menig beroepsgezelschap ons benijdt.
Op de drempel van de 21ste eeuw treedt andermaal een nieuw bestuur aan, dat, met veel respect voor de oude tradities, het NOORDTEATER klaarstoomt voor het nieuwe millennium.
1999 – 2003: nieuwe horizonten Vierde bedrijf, waarin bestuur en bar worden vertimmerd, en wordt uitgekeken naar een nieuwe locatie.
De bar – het ‘hart’ van het theater – wordt in eigen beheer verbouwd tot een gezellige ruimte waar het goed antichambreren en nakaarten is. Op artistiek vlak blijft het theater geloven in een goede mix van kwaliteit en populariteit van klassiekers en lichtere stukken. Waarbij het iets moeilijkere werk zeker niet uit de weg wordt gegaan, maar de toegankelijkheid voor een breed publiek steeds voorop blijft staan. Toch worden de keuzes gedurfder. Terwijl vroeger veelal uit het gevestigd repertoire werd geput, is er nu ook aandacht voor creaties uit binnen- en buitenland en voor hedendaags toneel. Om dit in goede banen te leiden, wisselen eigen talent en beroepsmensen elkaar af in de regisseursstoel.
Het publiek is duidelijk niet afkerig van die nieuwe aanpak. Ook het invoeren van het premièreabonnement, waarbij het publiek achteraf letterlijk meeviert, -snoept en -drinkt met de acteurs, blijkt een schot in de roos.
Met meer dan 680 abonnees en zowat achtduizend bezette stoelen per seizoen kan niks de pret meer verstoren. Tot blijkt dat het gebouw aan de Steenhouwersvest – stilaan uitgegroeid tot een hippe Antwerpse buurt – verkocht wordt en het NOORDTEATER andermaal moet uitkijken naar een nieuwe zaal. Die zaal hebben we ondertussen gevonden en volledig gerenoveerd, nl. aan de Sint-Nicolaasplaats, op wandelafstand van Grote Markt en Scheldekaaien, met voor de deur (Lange Nieuwstraat) een tramhalte, en vlakbij de grote parkings aan de Groenplaats.
2003 – …. : de nieuwe uitdaging
Vijfde, nog onafgewerkt bedrijf, waarin het publiek zijn weg vindt naar het nieuwe culturele hart van de oude binnenstad, de Sint-Nicolaasplaats. Het Noordteater blaast het gezellige pleintje als het ware nieuw leven in en tovert het – samen met nog vier andere culturele instellingen en een gezellig eetcafé – om tot een ware trekpleister voor het grote publiek.
Terwijl het Noordteater zijn infrastructuur verder uitbouwt om aan alle eisen van de 21ste eeuw te voldoen en zijn publiek nog beter te dienen, blijft het steeds trouw aan die ene doelstelling : een gevarieerd repertoire brengen voor een ruim publiek. Een zorgvuldige selectie van stukken staat borg voor kwalitatief hoogstaande producties, die in geen enkel opzicht hoeven onder te doen voor de prestaties van de omliggende theaters uit het professionele circuit.
Bedrijven en verenigingen die iets te vieren hebben, huren geregeld het knusse zaaltje af en bieden hun leden een unieke kans om in een ontspannen sfeer samen van een avondje puur amusement te genieten. Onze foyer is een gezellig trefpunt voor iedereen die voor of na de voorstelling individueel of in gezelschap van een verzorgde consumptie wil genieten. En wie bij pot en pint met een acteur wil nakaarten over de plot van het stuk, komt bij ons ook aan zijn trekken !
Zoals bij elk theatergezelschap waait er af en toe een nieuwe wind. De generaties volgen elkaar op. Acteurs en regisseurs komen en gaan, bestuursleden geven de fakkel door … Het theater is voortdurend in beweging. Stilstaan is achteruitgaan ! En toch is er nog steeds een vaste kern die de motor draaiend houdt, zodat u, geacht publiek, na elke vakantie weer een beetje “thuiskomt” in dit huis van vertrouwen dat u en ons zo nauw aan het hart ligt !